De reis naar Panajachel, onze eerste bestemming in Guatemala, was lang en hobbelig. De weg slingerde door de bergen langs bergbeekjes, bossen en armoedige huisjes.
In Guatemala werden we met vrolijk vlagvertoon begroet. De kleuren van de nationale vlag: blauw wit blauw, zie je overal terug. Zo vredig als het er nu uitziet is het echter niet altijd geweest. Tot 1994 woedde er een bloedige burgeroorlog die vele slachtoffers heeft geeist.
De levensstandaard in Guatemala is lager dan die in Mexico. Het is zelfs één van de armste landen ter wereld. Veel mensen moeten rondkomen van een klein lapje grond waarop ze met name mais verbouwen. De ontginning van de grond en het kappen van het bos zorgt voor erosie waardoor grote stukken land braak komen te liggen en wegen soms onbegaanbaar worden.
Uiteindelijk bereikten we dan Panajachel, gelegen aan het meer van Atitlan. Eén van de mooiste meren ter wereld, gelegen tussen drie vulkanen. Die schoonheid uit zich echter niet in de zuiverheid van het water, want zwemmen wordt afgeraden vanwege de vervuiling. Vanaf een hoog uitzichtpunt hadden we echter een schitterend uitzicht over het meer. Wat een voorbode was van wat ons de volgende dag te wachten stond.