Dag voor vertrek naar Mexico

Morgen vertrek ik met Leander per vliegtuig richting Cancun, Mexico. Ik verheug me nu al op wat een onvergetelijke vakantie moet gaan worden. De planning voorziet in een rondreis door maar liefst vier landen: Mexico, Guatemala, Honduras en Belize. Hier zijn we 16 dagen mee zoet.

Daarna komen we, als alles goed gaat, aan op Playa del Carmen waar we nog een weekje bij kunnen komen van alle indrukken en tevens een aantal spectaculaire duiken gaan maken in de zee en onderwatergrotten aldaar.

Op deze blog zullen, indien de internetverbinding ter plaatse dat toestaat, live updates geven van onze reis.

De route:

Vlucht en aankomst in Cancun

De vlucht met Martinair duurde 11 uur en dat was een ware beproeving. De beenruimte was beperkt en het toestel had nog geen voor continentale vluchten toch gangbare voorziening als een LCD schermpje met vluchtinformatie.

Omdat we zowel bij dag vertrokken als aankwamen door het tijdsverschil hadden we wel mooi uitzicht. Voor zover je daar wat aan hebt boven de Atlantische Oceaan natuurlijk.

Aangekomen in Cancun werden we per touringcar naar ons hotel vervoerd. Deze zullen we de rest van onze reis blijven gebruiken en dat is prettig, want hij is zeer comfortabel. Het was direct al te zien dat Mexicanen het met de verkeersregels niet zo nauw nemen. In Cancun wordt nog druk gebouwd, de stad is gegroeid in 40 jaar tijd van 100 inwoners tot 80.000. Elk jaar worden er 30 miljoen toeristen verwerkt.

Vanuit het redelijk luxe hotel zijn we nog even een rondje gaan lopen langs wat gezellig ogende straatjes. We doken naar binnen in een restaurantje waar we direct getracteerd werden op live Mexicaanse muziek.

Mobiel bellen blijkt in Mexico ongelooflijk duur, ook voor Mexicanen. We leerden dat door een monopolie de prijs per minuut lokaal momenteel rond de 2,50 euro ligt voor het gebruik van het mobieltje. Hopelijk zal dat dus niet al te vaak nodig zijn.

Chichen Itza en Merida

Vandaag begonnen we vroeg aan de dag, om 6:30 ging de wekker al. Maar omdat we toch een flinke jetlag hadden waren we zelfs al voor de wekker wakker.

De tempels van Chitzen Itza waren ons eerste reisdoel. Tussen deze enorme bouwwerken valt vooral het gigantische “balspeelveld” op. Hier werd een spel gespeeld waarvan de regels helaas niet overgeleverd zijn. Wat wel zeker is, is dat de winnaar geofferd werd aan de goden, waardoor hij regelrecht in de hemel kwam. Een goede reden om je best te doen dus.

De tempels waren door de Maya’s zeer kunstig gebouwd met licht, schaduw en de stand van de sterren in het achterhoofd. Schuchter kijkende leguanen houden er momenteel de wacht.

Het indrukwekkende bezoek aan de tempels sloten we in stijl af door naar een nabij geleden Cenote te gaan. Dat is een soort diepe watergrot die in verbinding staat met een kilometers lang stelsel van ondergrondse rivieren. Dit is een uniek fenomeen. Aangezien we het nogal warm hadden maakten we een frisse duik in deze onwerkelijke oase.

’s Avonds kwamen we in het koloniale Merida aan waar ook ons hotel zich bevond. De stad Merida maakte geen grootse indruk op ons, afgezien van de mooie catedraal waren de straten vol en vuil.

We bezochten hier wel een interessant winkeltje, waar traditionele Maya hangmatten verkocht werden. De Maya’s schijnen nog altijd hangmatten te gebruiken als bed en de door hen gemaakte hangmatten schijnen de beste ter wereld te zijn. Hier tikte ik een prachtig twee-persoons hangmatje op de kop, die geleverd werd inclusief een nogal kitscherige Kamat-sutra kalender waarin diverse standjes staan afgebeeld die een koppel in de hangmat zou kunnen uitvoeren.

Voor het avondeten gingen we naar een tentje met een eigen binnenplaats die sfeervol voorzien was van palmbomen en posters van bekende Mexicaanse vrijheidsstrijders. In de buitenlucht konden we daar genieten van een heerlijk Mexicaans maaltje. Op de kaart stond ook de ‘Maya koffie’, die ik uiteraard weleens wilde proeven. Voor de bereiding van deze drank werd een heel spectakel uitgevoerd met vuur en schaaltjes. Het resultaat was een heerlijk bakkie met een likeur achtige smaak. Na dit culinaire hoogtepunt hadden we wel weer genoeg beleefd voor één dag en gingen we moe maar voldaan terug naar het hotel.

Uxmal

De ruines van Uxmal zijn zo mogelijk nog indrukwekkender dan die van Chichen Itza. De omvang van het complex, de statige gebouwen en vooral de mogelijkheid deze ook te betreden maakten dit een bijzondere ervaring.

De groep beperkte zich tot een rondwandeling, maar wij kozen ervoor de stijlste tempel te beklimmen. Eenmaal boven gekomen konden we genieten van een onwerelds uitzicht. Je kreeg spontaan zin om een bloedoffer te brengen. Die neiging kon ik gelukkig nog net bedwingen.

Beneden aangekomen ving de lange busreis aan naar Palenque, waar ons volgende hotel zich bevond. Deze lange busreis voerde langs de Golf van Mexico, waar we ook even gestopt zijn om te eten. Dit plaatje kon zo uit een reclame folder gekomen zijn.

Aangekomen in het hotel nam ik nog even een lekkere duik in het zwembad. ’s Avonds zaten we buiten te eten toen we opgeschrikt werden door een enorme donderslag. Zelfs de Mexicanen waren erg geschrokken. Gelukkig hield het noodweer daarna abrubt weer op.

Van Palenque naar San Cristobal

Vanochtend stonden er wederom een Maya stad op het programma. Je zou zeggen dat de ruines nu wel op elkaar zouden gaan lijken, maar dat is niet het geval. Dat komt omdat elke stad toch weer volkomen anders is. De ruines bij Palenque zijn enorm in omvang van het aantal gebouwen, die verscholen liggen tussen het regenwoud. Deze Maya stad ligt in tegenstelling tot de eerdere bouwwerken die we bekeken hebben hoog in de bergen.

Een korte busrit verder de bergen in bracht ons bij een grote waterval. Niet alleen bood het vallende water een prachtig schouwspel, ook de verkoeling van het verstuivende water was zeer aangenaam.

’s Middags reden we verder de bergen in. Het landschap veranderde radicaal. Het werd vochtiger en regelmatig hadden we prachtige panorama uitzichten.

Omdat we zover de hoogte in moesten duurde de busreis vrij lang. Dat kwam ook omdat Mexicanen graag drempeltjes aanleggen. Particulieren schijnen er genoegen in te scheppen voor hun huis een discreet obstakel neer te leggen, om zo de aandacht op koopwaar of een reclamebord te vestigen. Er blijkt helaas sprake van een ware trend.

De eindbestemming van vandaag was San Cristobal. Een stadje op ruim 2 kilometer hoogte. Het klimaat op hoogte was verrassend genoeg heel anders. Het was hier fris en nat. In San Cristobal gingen we eten in een museum opgericht door archeologen die de Maya’s bestudeerd hadden. Heel interessant allemaal, alleen koken konden ze niet. Het enige positieve dat ik erover kwijt kan is dat er een keer geen bonenprutje bij zat, wat we tot nog toe wel bij elke maaltijd geserveerd kregen.

Reuze handig was trouwens dat we in dit hotel de was konden laten doen!

San Cristobal en de Indiginas dorpjes

Bijzonder aan de omgeving van San Cristobal is dat er in de omgeving enkele indianen dorpjes liggen (Indiginas zoals ze hier genoemd worden). Deze nazaten van de Maya’s lopen nog verrassend veel in traditionele kleding rond en houden eeuwenoude gebruiken in ere.

We brachten een bezoekje bij een familie thuis en kregen te zien hoe ze leven, kleding maken en Tortilla’s bakken. De lemen hutjes zagen er niet bepaald luxe uit, maar merkwaardig genoeg heeft elke familie kleuren-tv. Dat is een eerste levensbehoefte. Een mooie auto voor de deur is ook al geen uitzondering. Deze wordt vaak op afbetaling gekocht. De was wordt dan weer wel met de hand gedaan, het is duidelijk waar de prioriteiten liggen.

In het tweede Indiginas-dorp dat we aandeden bezochten we ook een kerk. Het katholieke geloof is vermengd geraakt met inheemse gebruiken, met vreemde gevolgen. Binnen in de kerk ontvouwde zich een onwerkelijk tafereel van heiligen poppen in glazen kistjes, prachtige versieringen en duizenden kaarsjes. Op de vloer zaten indianen te bidden en in dennennaalden bouwden ze hun eigen altaartjes van kaarsen. Helaas mocht hier niet gefotografeerd worden, want het maakte veel indruk.

Overigens heel frappant is ook dat Coca Cola immens populair is onder de Indiginas bevolking. Een slimme lokale vertegenwoordiger van die firma heeft het ooit voor elkaar gekregen de inheemsen ervan te overtuigen dat het boeren na het drinken van de frisdrank boze geesten verdrijft. Naast elk kaarsenaltaartje zagen we standaard een flesje Cola staan!

De middag was vrij te besteden en we benutten deze tijd onder andere met het uitproberen van de Mexicaanse Burger King. Na alle culinaire curiositeiten die we voor onze kiezen hadden gekregen toch wel weer een verademing.

We liepen nog even door naar het plaatselijke Godshuis en ook de lokale markt struinden we af. De vreemde vruchten en half geplukte kippen brachten ons echter niet in verleiding.

Vermeldenswaardig was verder dat in San Cristobal bijna constant geknal van vuurwerk klinkt. Ze beginnen daar al om 5 uur ’s ochtends mee. De reden is dat er het hele jaar doorlopend veel festiviteiten zijn. En mensen hebben hier de gewoonte deze met vuurwerk luister bij te zetten. Wij konden het niet waarderen ’s ochtends vroeg.

Guatemala

De reis naar Panajachel, onze eerste bestemming in Guatemala, was lang en hobbelig. De weg slingerde door de bergen langs bergbeekjes, bossen en armoedige huisjes.

Bij de grensovergang met Guatemala waren de visa zo geregeld. Via de achterdeur kon voor de helft van het geld binnen een mum van tijd een stempel in ons paspoort gezet worden. Daar doen ze zowel in Mexico als Guatemala niet moeilijk over, zolang je maar weet wie je moet betalen om het voor elkaar te krijgen.

In Guatemala werden we met vrolijk vlagvertoon begroet. De kleuren van de nationale vlag: blauw wit blauw, zie je overal terug. Zo vredig als het er nu uitziet is het echter niet altijd geweest. Tot 1994 woedde er een bloedige burgeroorlog die vele slachtoffers heeft geeist.

De levensstandaard in Guatemala is lager dan die in Mexico. Het is zelfs één van de armste landen ter wereld. Veel mensen moeten rondkomen van een klein lapje grond waarop ze met name mais verbouwen. De ontginning van de grond en het kappen van het bos zorgt voor erosie waardoor grote stukken land braak komen te liggen en wegen soms onbegaanbaar worden.

Het was nog een hele toer om aan Quetzales te komen, de lokale munteenheid van Guatemala. De pinautomaten wilden mijn bankpassen niet accepteren. Uiteindelijk is het gelukkig toch gelukt. Het resultaat was een stapeltje kleverige vieze vodjes met een maximale waarde van 10 euro.

Uiteindelijk bereikten we dan Panajachel, gelegen aan het meer van Atitlan. Eén van de mooiste meren ter wereld, gelegen tussen drie vulkanen. Die schoonheid uit zich echter niet in de zuiverheid van het water, want zwemmen wordt afgeraden vanwege de vervuiling. Vanaf een hoog uitzichtpunt hadden we echter een schitterend uitzicht over het meer. Wat een voorbode was van wat ons de volgende dag te wachten stond.

Maximon en Atitlan

Een boottocht over het prachtige meer van Atitlan bracht ons in Santiago Atitlan, een visserdorpje gelegen tussen de vulkanen. Het weer was helder waardoor we mooi zicht hadden op het meer en de bergen eromheen. De vulkanen waren omgeven door laaghangende bewolking, wat een schitterend plaatje gaf. Een lekker zonnetje maakte deze boottocht nog aangenamer.

In het pittoreske dorpje aangekomen brachten we eerst een bezoek aan Maximon. Dit is een God die ooit door de Spanjaarden is geïntroduceerd. Het is een zeer zonderlinge God, want hij rookt en drinkt bij het leven. Het houten beeldje wordt de hele dag door bewaakt en van vers rookwaar en drank voorzien. Hoewel het er voor ons zeer kolderiek uitziet is het voor de dorpelingen een uiterst serieuze aangelegenheid. Indiginas komen vanuit heel Guatemala om Maximon eer te bewijzen.

In het dorpje hadden we volop gelegenheid op souvenirs te jagen. De vele bedelaars en kleine kinderen die je smeekten een sleutelhanger te kopen maakten dit wel wat minder prettig. Maar uiteindelijk konden we toch bepakt en bezakt de bootreis terug weer aanvangen.

De volgende bestemming is Antigua Guatemala. Eens de voormalige hoofdstad van het land, nu vooral veel vergane glorie. De straten zijn guur en smering en alle gebouwen die ertoe doen worden bewaakt door kerels met shotguns. Alleen de straat op gaan wordt afgeraden en we krijgen tevens het advies dicht bij het hotel te blijven. Niet echt een ideale plek om lang te verblijven.

Antigua Guatemala en de beklimming van de Pacaya

Vlak bij Antigua ligt de vulkaan de Pacaya. Een nog actieve vulkaan die in 2005 voor het laatst is uitgebarsten. Wij besloten met een klein groepje van vijf onverschrokken avonturiers deze vulkaan te gaan beklimmen. Onze gids, die luisterde naar de welluidende naam Julio Rolando Menchu, leidde ons door het onherbergzame landschap naar boven.

De zware klim voerde in het eerste deel dwars door de jungle. Twee zwerfhonden die we onderweg tegenkwamen sloten zich bij onze groep aan. Onderweg moesten er diverse hindernissen genomen worden. Het pad dat onze gids koos was niet overal even goed begaanbaar, maar we liepen zo wel in een rechte lijn naar boven. Onderweg hadden we soms een prachtig uitzicht en konden we in de verte de Stille Oceaan zien.

Dichter bij de top van de vulkaan aangekomen was er geen begroeiïng meer en liepen we over vulkanische stenen en as. In dit maanlandschap liepen we door het wolkendek heen om de hoogte te bereiken waar de vulkaan haar magma liet ontsnappen.

Eenmaal boven aangekomen was de temperatuur een stuk gestegen. Een stroom vloeibare lava van meer dan 1000 graden, rechtstreeks uit het binnenste van de aarde, was hiervoor verantwoordelijk. Je kon de hete stenen horen sissen en knetteren. Wij konden dit aardse geweld op slechts enkele respectabele meters afstand aanschouwen, wat een onvergetelijke indruk maakte. De vulkaan was bedwongen.

De stromende rivier van lava:

Honduras, de ruïnes van Copan

Vanuit Antigua was het een paar uur rijden naar de grens met Honduras. De weg voerde dwars door Guatemala Stad, de hoofdstad van het land met ruim drie miljoen inwoners. Om de files voor te zijn moesten we onchristelijk vroeg vertrekken: om kwart over drie(!) in de nacht ging de wekker al. Bij duisternis was de stad vol lichtjes een mooi gezicht. In ieder geval mooier dan overdag, want dan is Guatemala Stad doorgaans met een dikke laag smog bedekt.

Onderweg reden we door de bergen en was er sprake van grote hoogteverschillen. Behalve aan je oren die steeds dicht zaten, was ook aan de meegenomen waterflesjes goed te zien dat er sprake was van drukverschil, omdat die duidelijk indeukten.

Omdat het regenseizoen was kwam er soms een enorme hoeveelheid water naar beneden. Dat zorgde plaatselijke voor stukken rots en bomen die naar beneden waren gekomen en de weg versperden.

Bij de grens met Honduras konden we snel weer doorrijden, een stempeltje in het paspoort was voldoende om het land te mogen betreden. Honduras is een land met slechts 6 miljoen inwoners. In eerste instantie viel ons weinig op aan het landschap dat deed vermoeden dat we ons in een ander land bevonden. Maar Honduras verschilt van Guatemala en Mexico omdat slechts 6% van de bevolking oorspronkelijk Maya is. De rest zijn afstammelingen van de Spaanse veroveraars.

Enkele kilometers landinwaards lag onze bestemmming; de Maya stad Copan. Bij het betreden van de jungle waarin de ruïnes verscholen liggen werden we begroet door kleurrijke wilde papegaaien!

Copan is het meest zuidelijk gelegen Maya bolwerk, bekend om de vele inscripties die er gevonden zijn. We werden door een enthousiaste lokale gids rondgeleid die veel over het historie van het gebied wist te vertellen. Copan beleefde haar gouden jaren zo’n 400 jaar na Christus en had toen ruim 40.000 inwoners. Het was nu een indrukwekkend monument van vergane Maya-glorie, waar midden op de ruines struiken en zelfs hele bomen groeiden.

Onderzoekers waren nog steeds druk bezig nieuwe bouwwerken op te graven en te restaureren. Na het bezoeken van deze archeologische zone gebruikten we een lunch in een nabijgelegen dorpje en na dit bliksembezoek reden we alweer terug naar de grens met Guatemala, naar de volgende standplaats: Rio Dulce.